Basa: verschil tussen versies

| bron= [[I1 en II2 Koningen|1 Koningen 15]]

'''Basa''' of '''Baasha''' ([[Hebreeuws]]: בעשׁא, ''Ba’sha’'', "[[Baäl]] hoort" of "slecht/verdorven") was volgens de [[Hebreeuwse Bijbel]] van [[900 v.Chr.]] tot [[877 v.Chr.]] koning van het [[koninkrijk Israël]]. Basa was de zoon van Achia en was afkomstig uit de stam van [[Issachar (stam)|Issachar]]. Hij kwam aan de macht nadat hij zijn voorganger [[Nadab]] en diens hele familie had omgebracht.<ref> ([[I1 en II2 Koningen|1 Koningen]] 15:27</ref>). Hij voerde gedurende een groot deel van zijn regering oorlog tegen koning [[Asa van Juda|Asa]] van het [[koninkrijk Juda]] en diens bondgenoot, koning [[Benhadad I]] van [[Arameeërs|Aram]]-[[Damascus]]. Het conflict spitste zich vooral toe op de strategisch gelegen vestingstad Rama, net ten noorden van de grens met Juda. Omdat hij zich net als zijn voorgangers niet aan [[God (jodendom)|Gods]] wetten hield, riep Basa Gods toorn over zichzelf en zijn familie af.<ref> (1 Koningen 16:7</ref>). Toen hij stierf, werd Basa door zijn zoon [[Ela]] opgevolgd.