[go: up one dir, main page]

Aller au contenu

afwateren

Définition, traduction, prononciation, anagramme et synonyme sur le dictionnaire libre Wiktionnaire.
Étymologie manquante ou incomplète. Si vous la connaissez, vous pouvez l’ajouter en cliquant ici.
Présent Prétérit
ik water af waterde af
jij watert af
hij, zij, het watert af
wij wateren af waterden af
jullie wateren af
zij wateren af
u watert af waterde af
Auxiliaire Participe présent Participe passé
hebben afwaterend afgewaterd

afwateren \Prononciation ?\ transitif

  1. Drainer.

Taux de reconnaissance

[modifier le wikicode]
En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
  • 95,8 % des Flamands,
  • 97,5 % des Néerlandais.

Prononciation

[modifier le wikicode]

Références

[modifier le wikicode]
  1. Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]