Met de aanleg van Maasvlakte 2 is de haven van Rotterdam uitgebreid. Maasvlakte 2 ligt in de Voor... more Met de aanleg van Maasvlakte 2 is de haven van Rotterdam uitgebreid. Maasvlakte 2 ligt in de Voordelta, een Natura 2000-gebied. In de Passende Beoordeling die in 2007 is uitgevoerd, is een aantal effecten van de aanwezigheid van Maasvlakte als significant negatief beoordeeld. Ter compensatie van deze effecten is binnen de Voordelta een aantal maatregelen getroffen, onder meer een bodembeschermingsgebied. In het bodembeschermingsgebied worden beperkingen opgelegd aan vormen van visserij die de zeebodem beroeren. De boomkorvisserij met wekkerkettingen door schepen met een motorvermogen groter dan 260 pk (191 kW) (Eurokotters) is niet toegestaan. Om het effect van de instelling van het bodembeschermingsgebied te kunnen evalueren, zijn in de periode 2004-2007 metingen verricht om de nulsituatie vast te leggen, en is vanaf 2009 het monitoringsprogramma voor de natuurcompensatie gestart.
To establish the effects of food quality on the carbon and nitrogen budgets, experiments with the... more To establish the effects of food quality on the carbon and nitrogen budgets, experiments with the mussel Mytilus edulis and the cockle Cerastoderma edule have been performed. Clearance rates, absorption efficiencies, oxygen consumption and ammonia excretion have been measured as a function of diets composed of Phaeodactylum tricornutum and suspended sediment. Net carbon loss is observed at high particle concentrations, probably due to mucus production. Nitrogen budgets are less influenced by high seston concentrations. Animals are able to maintain a constant N-absorption by means of selective ingestion.
Ten behoeve van de evaluatie van de Meststoffenwet, geeft dit rapport een overzicht van de effect... more Ten behoeve van de evaluatie van de Meststoffenwet, geeft dit rapport een overzicht van de effecten van eutrofiering op zoute wateren, een beschrijving van de status en ontwikkelingen rond het opstellen van waterkwaliteitsdoelstellingen met betrekking tot eutrofiering, een trendanalyse van de ontwikkelingen in concentraties van nutrienten en chlorofyl, en een op modelberekeningen gebaseerde prognose van de effecten van aangescherpte verliesnormen in het mestbeleid. De stikstof- en fosfaatgehaltes in de Nederlandse binnenwateren zijn sterk verhoogd als gevolg van emissies vanuit verschillende bronnen, en aanvoer vanuit het buitenland via de grote rivieren. Binnen Nederland, is de bijdrage van de landbouw aan de stikstofemissies op het oppervlaktewater ca. 65%, en de bijdrage aan de fosfaatemissies ca. 45%. De vrachten van stikstof en fosfor die via Nederland de Noordzee bereiken (rivierafvoer, directe lozingen) bedragen ongeveer een derde van de totale emissies op de Noordzee. Eutrof...
Na de voltooiing van de Oosterscheldewerken in 1987 werd de toevoer van zoetwater, en daarmee van... more Na de voltooiing van de Oosterscheldewerken in 1987 werd de toevoer van zoetwater, en daarmee van de voor de groei van het fytoplankton benodigde nutrienten stikstof, fosfaat en silicaat, naar de Oosterschelde sterk verminderd. Vanaf dat moment zijn de concentraties stikstof en silicaat gaan afnemen; de afname van de fosfaat-concentraties zette pas vanaf ongeveer 1990 in. Tijdens de negentiger jaren beginnen de stikstofen silicaat concentraties weer te stijgen, en wel zo sterk, dat voor stikstof en silicaat over de gehele periode 1990 t/m 2000 een significante stijgende trend wordt gevonden. De afname van de fosfaat-concentraties gaat echter door tot in de tweede helft van de jaren negentig en na 1997 nemen ook de fosfaat-concentraties weer langzaam toe; voor de gehele periode 1990 t/m 2000 wordt voor fosfaat nog een significante dalende trend gevonden. Aan het einde van de jaren negentig nemen de concentraties dus weer toe, maar zijn nog aanzienlijk lager dan de concentraties voor ...
In opdracht van de Stuurgroep EVA II is de tweede evaluatiefase van het Nederlands schelpdierviss... more In opdracht van de Stuurgroep EVA II is de tweede evaluatiefase van het Nederlands schelpdiervisserijbeleid (EVA II) uitgevoerd. In deze studie zijn de belangrijkste ontwikkelingen in het Oosterschelde-gebied in kaart gebracht die van invloed zijn op de ontwikkeling van het kokkelbestand op de droogvallende platen en daarmee op de hoeveelheid scholeksters die in dit gebied kunnen overleven (scholeksters zijn in de Oosterschelde voor hun voedselbehoefte grotendeels afhankelijk van kokkels). Sinds de aanleg van de Stormvloedkering en compartimenteringsdammen eroderen de platen en slikken in de Oosterschelde, waarbij sediment uit de hooggelegen delen verdwijnt en beneden de laagwaterlijn wordt afgezet. Zonder drastische ingrepen zal dit proces op lange termijn (honderden jaren) ertoe leiden dat vrijwel het gehele intergetijdengebied van de Oosterschelde verandert in een ondiep sublitoraal gebied. Doordat de platen en slikken verlagen, neemt de tijd die deze gebieden droogvallen af, waa...
In many estuarine and coastal ecosystems, bivalve suspension feeders, such as mussels, oysters, c... more In many estuarine and coastal ecosystems, bivalve suspension feeders, such as mussels, oysters, cockles and various species of clams, occur in high densities. They are often concentrated in beds and reefs (Wolff 1983). Feeding is performed by pumping and filtering large volumes of water through the gills, and results in a continuous flux of particulate matter from the water column to the bivalve beds. Particles of a size larger than 2 μm in diameter are effectively retained by most species (Jorgensen 1990). In various ecosystems, depletion of organic matter, bacteria and phytoplankton in the overlying water, due to the filtration activity of bivalves, has been observed (Wright et al 1982; Carlson et al 1984; Frechette and Bourget 1985; Nichols 1985; Peterson and Black 1987; Navarro et al 1991). Observations in San Francisco Bay gave rise to the hypothesis that benthic filter feeding kept the algal biomass at a low level (Cloern 1982; Alpine and Cloern 1992), and could act as eutrophication control (Officer et al 1982). This idea was based on extrapolation of individual clearance rates, taken from the literature, to the total Bay volume.
Using monocultures or single species dominated natural phytoplankton, cell counts and volume esti... more Using monocultures or single species dominated natural phytoplankton, cell counts and volume estimations obtained by visual and electronic methods show reasonable agreement. Calibration seems possible (Figs. 1 - 2). 2_ Further examples given (Fig. 3- 4) show that microscopical identification of the volume peaks in electronic counter spectra of natural seston is not quite simple. Phytoplankton peaks may not be
One of the key challenges in managing eutrophication in coastal marine ecosystems is the harmoniz... more One of the key challenges in managing eutrophication in coastal marine ecosystems is the harmonized cross-border assessment of phytoplankton. Some general understanding of the consequences of shifting nutrient regimes can be derived from the detailed investigation of the phytoplankton community and its biodiversity. Here, we combined long-term monitoring datasets of German and Dutch coastal stations and amended these with additional information on species biomass. Across the integrated and harmonized dataset, we used multiple biodiversity descriptors to analyse temporal trends in the Wadden Sea phytoplankton. Biodiversity, measured as the number of species (S) and the effective number of species (ENS), has decreased in the Dutch stations over the last 20 years, while biomass has increased, indicating that fewer species are becoming more dominant in the system. However, biodiversity and biomass did not show substantial changes in the German stations. Although there were some differen...
Met de aanleg van Maasvlakte 2 is de haven van Rotterdam uitgebreid. Maasvlakte 2 ligt in de Voor... more Met de aanleg van Maasvlakte 2 is de haven van Rotterdam uitgebreid. Maasvlakte 2 ligt in de Voordelta, een Natura 2000-gebied. In de Passende Beoordeling die in 2007 is uitgevoerd, is een aantal effecten van de aanwezigheid van Maasvlakte als significant negatief beoordeeld. Ter compensatie van deze effecten is binnen de Voordelta een aantal maatregelen getroffen, onder meer een bodembeschermingsgebied. In het bodembeschermingsgebied worden beperkingen opgelegd aan vormen van visserij die de zeebodem beroeren. De boomkorvisserij met wekkerkettingen door schepen met een motorvermogen groter dan 260 pk (191 kW) (Eurokotters) is niet toegestaan. Om het effect van de instelling van het bodembeschermingsgebied te kunnen evalueren, zijn in de periode 2004-2007 metingen verricht om de nulsituatie vast te leggen, en is vanaf 2009 het monitoringsprogramma voor de natuurcompensatie gestart.
To establish the effects of food quality on the carbon and nitrogen budgets, experiments with the... more To establish the effects of food quality on the carbon and nitrogen budgets, experiments with the mussel Mytilus edulis and the cockle Cerastoderma edule have been performed. Clearance rates, absorption efficiencies, oxygen consumption and ammonia excretion have been measured as a function of diets composed of Phaeodactylum tricornutum and suspended sediment. Net carbon loss is observed at high particle concentrations, probably due to mucus production. Nitrogen budgets are less influenced by high seston concentrations. Animals are able to maintain a constant N-absorption by means of selective ingestion.
Ten behoeve van de evaluatie van de Meststoffenwet, geeft dit rapport een overzicht van de effect... more Ten behoeve van de evaluatie van de Meststoffenwet, geeft dit rapport een overzicht van de effecten van eutrofiering op zoute wateren, een beschrijving van de status en ontwikkelingen rond het opstellen van waterkwaliteitsdoelstellingen met betrekking tot eutrofiering, een trendanalyse van de ontwikkelingen in concentraties van nutrienten en chlorofyl, en een op modelberekeningen gebaseerde prognose van de effecten van aangescherpte verliesnormen in het mestbeleid. De stikstof- en fosfaatgehaltes in de Nederlandse binnenwateren zijn sterk verhoogd als gevolg van emissies vanuit verschillende bronnen, en aanvoer vanuit het buitenland via de grote rivieren. Binnen Nederland, is de bijdrage van de landbouw aan de stikstofemissies op het oppervlaktewater ca. 65%, en de bijdrage aan de fosfaatemissies ca. 45%. De vrachten van stikstof en fosfor die via Nederland de Noordzee bereiken (rivierafvoer, directe lozingen) bedragen ongeveer een derde van de totale emissies op de Noordzee. Eutrof...
Na de voltooiing van de Oosterscheldewerken in 1987 werd de toevoer van zoetwater, en daarmee van... more Na de voltooiing van de Oosterscheldewerken in 1987 werd de toevoer van zoetwater, en daarmee van de voor de groei van het fytoplankton benodigde nutrienten stikstof, fosfaat en silicaat, naar de Oosterschelde sterk verminderd. Vanaf dat moment zijn de concentraties stikstof en silicaat gaan afnemen; de afname van de fosfaat-concentraties zette pas vanaf ongeveer 1990 in. Tijdens de negentiger jaren beginnen de stikstofen silicaat concentraties weer te stijgen, en wel zo sterk, dat voor stikstof en silicaat over de gehele periode 1990 t/m 2000 een significante stijgende trend wordt gevonden. De afname van de fosfaat-concentraties gaat echter door tot in de tweede helft van de jaren negentig en na 1997 nemen ook de fosfaat-concentraties weer langzaam toe; voor de gehele periode 1990 t/m 2000 wordt voor fosfaat nog een significante dalende trend gevonden. Aan het einde van de jaren negentig nemen de concentraties dus weer toe, maar zijn nog aanzienlijk lager dan de concentraties voor ...
In opdracht van de Stuurgroep EVA II is de tweede evaluatiefase van het Nederlands schelpdierviss... more In opdracht van de Stuurgroep EVA II is de tweede evaluatiefase van het Nederlands schelpdiervisserijbeleid (EVA II) uitgevoerd. In deze studie zijn de belangrijkste ontwikkelingen in het Oosterschelde-gebied in kaart gebracht die van invloed zijn op de ontwikkeling van het kokkelbestand op de droogvallende platen en daarmee op de hoeveelheid scholeksters die in dit gebied kunnen overleven (scholeksters zijn in de Oosterschelde voor hun voedselbehoefte grotendeels afhankelijk van kokkels). Sinds de aanleg van de Stormvloedkering en compartimenteringsdammen eroderen de platen en slikken in de Oosterschelde, waarbij sediment uit de hooggelegen delen verdwijnt en beneden de laagwaterlijn wordt afgezet. Zonder drastische ingrepen zal dit proces op lange termijn (honderden jaren) ertoe leiden dat vrijwel het gehele intergetijdengebied van de Oosterschelde verandert in een ondiep sublitoraal gebied. Doordat de platen en slikken verlagen, neemt de tijd die deze gebieden droogvallen af, waa...
In many estuarine and coastal ecosystems, bivalve suspension feeders, such as mussels, oysters, c... more In many estuarine and coastal ecosystems, bivalve suspension feeders, such as mussels, oysters, cockles and various species of clams, occur in high densities. They are often concentrated in beds and reefs (Wolff 1983). Feeding is performed by pumping and filtering large volumes of water through the gills, and results in a continuous flux of particulate matter from the water column to the bivalve beds. Particles of a size larger than 2 μm in diameter are effectively retained by most species (Jorgensen 1990). In various ecosystems, depletion of organic matter, bacteria and phytoplankton in the overlying water, due to the filtration activity of bivalves, has been observed (Wright et al 1982; Carlson et al 1984; Frechette and Bourget 1985; Nichols 1985; Peterson and Black 1987; Navarro et al 1991). Observations in San Francisco Bay gave rise to the hypothesis that benthic filter feeding kept the algal biomass at a low level (Cloern 1982; Alpine and Cloern 1992), and could act as eutrophication control (Officer et al 1982). This idea was based on extrapolation of individual clearance rates, taken from the literature, to the total Bay volume.
Using monocultures or single species dominated natural phytoplankton, cell counts and volume esti... more Using monocultures or single species dominated natural phytoplankton, cell counts and volume estimations obtained by visual and electronic methods show reasonable agreement. Calibration seems possible (Figs. 1 - 2). 2_ Further examples given (Fig. 3- 4) show that microscopical identification of the volume peaks in electronic counter spectra of natural seston is not quite simple. Phytoplankton peaks may not be
One of the key challenges in managing eutrophication in coastal marine ecosystems is the harmoniz... more One of the key challenges in managing eutrophication in coastal marine ecosystems is the harmonized cross-border assessment of phytoplankton. Some general understanding of the consequences of shifting nutrient regimes can be derived from the detailed investigation of the phytoplankton community and its biodiversity. Here, we combined long-term monitoring datasets of German and Dutch coastal stations and amended these with additional information on species biomass. Across the integrated and harmonized dataset, we used multiple biodiversity descriptors to analyse temporal trends in the Wadden Sea phytoplankton. Biodiversity, measured as the number of species (S) and the effective number of species (ENS), has decreased in the Dutch stations over the last 20 years, while biomass has increased, indicating that fewer species are becoming more dominant in the system. However, biodiversity and biomass did not show substantial changes in the German stations. Although there were some differen...
Uploads
Papers